Ondersteunen uw vrienden al fiscaal voordelig uw onderneming?
22 February 2021
In 2006 zag de ‘Winwinlening’ het licht. Via dit systeem moedigt de Vlaamse overheid particulieren aan om achtergestelde leningen te verstrekken aan kleine en middelgrote ondernemingen. De afgelopen jaren werd van deze mogelijkheid veelvuldig gebruik gemaakt. Met in het achterhoofd de financiële kater die het coronavirus meebracht, werd recent beslist de bestaande voorwaarden te versoepelen voor leningen afgesloten vanaf 6 oktober 2020.
Bijkomend werd de mogelijkheid voorzien om Winwinleningen die afliepen in 2020 te verlengen voor een termijn van 1 of 2 jaar, met behoud van het fiscale voordeel.
Recent werd in dit kader ook het ‘Vriendenaandeel’ in het leven geroepen. Ook hier is het opzet van de Vlaamse overheid om particulieren de mogelijkheid te bieden fiscaal voordelig kleine en middelgrote ondernemingen te ondersteunen. In tegenstelling tot bij de Winwinlening, ondersteunt de particulier de onderneming hier niet door het verstrekken van een lening, maar door het aankopen van aandelen door middel van een inbreng in geld.
We vergelijken voor u beide systemen en hun voordelen:
Winwinlening
Een particulier kan tot € 75.000 uitlenen aan een KMO gedurende een periode van 5 tot 10 jaar.
- Het betreft hier een klassieke lening, er zullen dus ook interesten betaald moeten worden vanuit de onderneming aan de geldverstrekker. De interestvoet ligt voor 2021 verplicht tussen de 0,875% en 1,75%. Hierop dient door de vennootschap wel 30% RV ingehouden te worden, deze wordt doorgestort naar de belastingadministratie. De geldverstrekker ontvangt dus 70% van de interest.
- Verder wordt er aan de geldverstrekker een jaarlijks belastingkrediet van 2,5% op het gemiddeld openstaande bedrag toegekend zolang de lening Indien er dus € 10.000 geleend wordt, en er wordt overeengekomen dat het kapitaal pas op het einde van de leningstermijn in één keer terugbetaald wordt (dus geen maandelijkse of jaarlijkse aflossingen), ontvangt de geldverstrekker een jaarlijks belastingkrediet van € 250 (= € 10.000 * 2,5%). Er kan ook gekozen worden voor maandelijkse of jaarlijkse aflossingen, dan zal het belastingkrediet minder bedragen, aangezien de interest berekend wordt op het gemiddeld openstaand bedrag. Er kan per geldverstrekker maximum € 75.000 geleend worden, het jaarlijks belastingkrediet bedraagt dus maximum € 1.875 (= € 75.000 * 2,5%).
- Een groot voordeel voor de geldverstrekker is dat er ook een eenmalig belastingkrediet van 40% van het niet terugbetaalde kapitaal wordt toegekend indien de onderneming niet meer in staat is de lening af te lossen. Het risico dat de geldverstrekker neemt is dus maximaal 60% van het ontleende bedrag.
Vriendenaandeel
Een particulier kan met een inbreng in geld ter waarde van maximum € 75.000, aandelen verwerven van de onderneming. In dit geval gaat het dus om een echte investering in een onderneming.
- Er zal geen sprake zijn van een interest. Wel zal de investeerder naar verhouding van zijn aandelen recht hebben op de dividenden die de onderneming eventueel uitkeert. Er mogen echter geen dividenden uitgekeerd worden met het bedrag opgehaald door het vriendenaandeel. Het kapitaal dat hierdoor ontstaat moet in de vennootschap blijven.
- Er wordt aan de investeerder gedurende maximum 5 jaar een jaarlijks belastingkrediet van 2,5% van de investering toegekend. Indien de aandelen vervreemd worden door de investeerder, vervalt ook het recht op het belastingkrediet. Indien er €10.000 geïnvesteerd wordt en deze aandelen worden gedurende 5 jaar aangehouden door de investeerder, wordt hem een voordeel toegekend van jaarlijks € 250 (= € 10.000 * 2,5%), over 5 jaar bedraagt dit voordeel dan € 1.250. Ook hier bedraagt het maximum per investeerder € 75.000. Worden de aandelen verkocht tijdens de eerste 5 jaar dan wordt het belastingkrediet pro-rata toegekend.
Voorbeeld:
Belastingplichtige tekent op 8 maart 2021 in op ‘vriendenaandelen’ voor het maximumbedrag van 75.000 EUR, met onmiddellijke volstorting. Op 31 mei 2022 verkoopt hij zijn aandelen.- Voor het belastbaar tijdperk 2021 (aj. 2022) wordt het belastingkrediet voor 298/365ste toegekend: 75.000 x 298/365 x 2,5% = € 1.530,82. (298 dagen: tellen van 9 maart 2021)
- Voor het belastbaar tijdperk 2022 (aj. 2023) wordt het belastingkrediet voor 151/365ste toegekend: 75.000 x 151/365 x 2,5% = € 775,68. (151 dagen: tellen tot 31 mei 2022)
- In tegenstelling tot bij de winwinlening is er hier geen eenmalig belastingkrediet van toepassing indien de onderneming failliet gaat. Het jaarlijks belastingkrediet zal bovendien vervallen bij het failliet gaan of ontbonden worden van de onderneming.
- Om de investeerder te beschermen moet er een verslag opgesteld worden over de uitgifteprijs van de aandelen, dit verslag moet goedgekeurd worden door een bedrijfsrevisor of externe accountant. Het waarderen van een onderneming is geen eenvoudige zaak. Hier komt dus meer administratie bij kijken dan bij de winwinlening.
Ons besluit
Het risico voor de geldverstrekker/investeerder is kleiner bij de winwinlening, aangezien ze recht hebben op een eenmalig belastingkrediet van 40% indien de onderneming failliet gaat. Het voordeel dat de geldverstrekker kan behalen bij de winwinlening is bij het aangaan van de lening reeds gekend (interesten + belastingkrediet). Het belastingkrediet wordt bovendien toegekend zolang de lening loopt, dit kan dus oplopen tot 10 jaar.
Bij het vriendenaandeel is de toekenning van het belastingkrediet beperkt tot 5 jaar. Er zou op lange termijn met het vriendenaandeel een groter voordeel behaald kunnen worden, maar dit is afhankelijk van hoeveel dividenden er uitgekeerd worden door de onderneming en of de aandelen op termijn met meerwaarde verkocht kunnen worden. Het voordeel is op voorhand dus niet gekend en niet gegarandeerd.
Bekijk ook onze andere recente blogberichten en ontdek meer expertise
Nieuwe verplichtingen in de bouw- en schoonmaaksector
Zelfstandige of vennootschap in de bouw- of schoonmaaksector? In 2024 zijn er twee bijkomende verplichtingen ingevoerd. In deze blog brengen wij u graag op de hoogte van deze nieuwigheden.
Nieuw aansprakelijkheidsrecht vanaf 2025: behoed u nu al voor de mogelijke risico’s
De nieuwe tekst van Boek 6 uit het Nieuw Burgerlijk Wetboek verscheen op 1 juli in het Belgisch Staatsblad en regelt de buitencontractuele aansprakelijkheid van hulppersonen, zoals onder andere bestuurders, werknemers en onderaannemers.
Het doel van het aansprakelijkheidsrecht is dat iemand aansprakelijk gesteld kan worden ingeval er door een fout schade werd veroorzaakt en dat de schade vergoed wordt.
Het QPS-team staat klaar
om u te adviseren/assisteren
Aarzel niet com contact met ons op te nemen!