Wat betekent het regeerakkoord voor u als ondernemer? Een aantal belangrijke maatregelen leest u hier.

6 February 2025

Eindelijk is het zover: op 1 februari werd het regeerakkoord van de nieuwe federale regering voorgesteld. Dit akkoord bevat heel wat nieuwigheden voor u als ondernemer. Wij geven u graag alvast een overzicht van de belangrijkste maatregelen. Let wel, geen van de vooropgestelde maatregelen is op heden omgezet in formele wetteksten dus deze kunnen mogelijks nog aangepast worden.

VENNOOTSCHAPSBELASTING

1. De aftrekbaarheid van hybride wagens zal versoepelen

Oorspronkelijk was voorzien dat de aftrekbaarheid van hybride wagens zou dalen naar 75% in 2025, 50% in 2026, 25% in 2027 en 0% in 2028. Maar dit verandert: tot eind 2027 blijven de hybride wagens voor 75% aftrekbaar. In 2028 wordt dit 65% en in 2029 daalt dit naar 57,5%.

2. Minieme aanpassing voor managementvennootschappen

De regering scherpt de regels rond managementvennootschappen aan. Via een managementvennootschap geldt een verlaagd tarief van 20% op de eerste 100.000 euro winst, op voorwaarde dat de bedrijfsleider zichzelf een jaarlijks minimumloon uitkeert. Dat minimumbedrag stijgt nu van 45.000 naar 50.000 euro bruto.

Daarnaast worden ook de fiscale voordelen bij het uitkeren van opgebouwde winsten minder interessant. Eigenaars van vennootschappen konden via een liquidatiereserve geld fiscaal voordelig overbrengen naar hun privévermogen. De roerende voorheffing op die liquidatiereserve stijgt van 5 naar 6,5%, terwijl de wachttermijn om van dit gunsttarief te genieten daalt van vijf naar drie jaar. Hierdoor stijgt het effectieve belastingtarief van 13,64 naar 15%.

Ondernemers kunnen dus sneller aan hun geld, al blijft de juiste timing belangrijk. Wie binnen de nieuwe wachtperiode van drie jaar toch al geld opneemt, betaalt het gewone tarief van 30 % roerende voorheffing.

Het VVPRbis-stelsel, waarbij kleine vennootschappen opgericht vanaf 1 juli 2013 dividenden kunnen uitkeren aan een tarief van 15% roerende voorheffing na een eenmalige wachtperiode van de eerste vier boekjaren, blijft bestaan.

3. Een strenger regime voor de DBI-aftrek

De regels rond de aftrek van definitief belaste inkomsten (DBI-aftrek) worden verstrengd. Voortaan geldt een hogere drempel: ondernemingen moeten minstens 10% van de aandelen van een dochtervennootschap bezitten of een minimale aanschaffingswaarde van 4 miljoen euro aanhouden (in plaats van de huidige 2,5 miljoen euro). Hierdoor zullen minder winstuitkeringen in aanmerking komen voor de aftrek. Belangrijk: deze verstrenging zou niet van toepassing zijn op kleine en middelgrote ondernemingen.

Daarnaast komt er een extra voorwaarde: de deelneming moet de aard hebben van een financieel vast actief. Dit betekent dat de moedermaatschappij een duurzame band met de dochtervennootschap moet hebben en de investering niet als een gewone belegging mag beschouwen.

Ook het gunstige DBI-stelsel voor DBI-beveks blijft grotendeels behouden, maar er komt wel een nieuwe meerwaardebelasting van 5% op deze beleggingsfondsen bij uitstap. Daarnaast zal de verrekenbaarheid van de roerende voorheffing (ingehouden op dividenden uit een DBI-bevek) met de vennootschapsbelasting maar mogelijk worden mits er een minimale bedrijfsleidersbezoldiging wordt toegekend (zie hoger).

4. Varia

Zonder in detail te treden, delen we graag nog volgende maatregelen mee:

  • De vrijstelling voor sociaal passief en meerwaarde op bedrijfsvoertuigen wordt afgeschaft;
  • Er komt een versoepeling van de fiscale consolidatie op basis waarvan verliezen binnen een groep van vennootschappen overgedragen kunnen worden;
  • De investeringsaftrek wordt onbeperkt overdraagbaar;
  • Er komt een exit tax bij verhuis van uw vennootschap buiten België (fictieve liquidatie).

PERSONENBELASTING

1. De invoering van de ondernemersaftrek voor eenmanszaken

Om ondernemerschap te stimuleren kan een zelfstandige een eerste schijf van zijn winsten of inkomsten – na de verrekening van de fiscale verliezen en aftrek van beroepskosten – aftrekken  van de belastingen. Dit zou, bijvoorbeeld, neerkomen op een vrijstelling van 10% van de winst, met een maximum van 10.000 euro per jaar. De exacte bedragen werden nog niet bekendgemaakt.

2. De meerwaardebelasting op financiële vaste activa

Er komt een solidariteitsbijdrage op de gerealiseerde meerwaarde van financiële activa, die alleen geldt voor toekomstige winsten, terwijl historische meerwaarden vrijgesteld blijven. Minderwaarden kunnen binnen het jaar afgetrokken worden en men voorziet een voetvrijstelling van 10.000 euro die jaarlijks wordt geïndexeerd.

Voor ondernemers met een aanmerkelijk belang van minstens 20% in een bedrijf, is de winst op de verkoop van aandelen tot 1 miljoen euro vrijgesteld. Meerwaarden boven dit bedrag worden belast tegen oplopende tarieven: 1,25% tussen 1 en 2,5 miljoen euro; 2,5% tussen 2,5 en 5 miljoen euro;  5% tussen 5 en 10 miljoen euro en 10% voor meerwaarden boven 10 miljoen euro.

De effectentaks blijft 0,15% en wordt niet verhoogd. De solidariteitsbijdrage op aandelenopties is geschrapt. Verder wordt de taks op beursverrichtingen gemoderniseerd en vereenvoudigd om een gelijk speelveld te creëren. Ook worden belastingverminderingen voor startende ondernemingen en groeibedrijven samengevoegd in één regeling om burgers te stimuleren hun spaargeld in de economie te investeren.

3. De vereenvoudiging en harmonisatie van het aanvullend pensioen

Het maximale bedrag voor het vrij aanvullend pensioen voor zelfstandigen (VAPZ) stijgt van 8,17% naar 8,5% van het netto belastbaar inkomen.

4. De federale intrestaftrek voor niet-eigen woningen wordt geschrapt

Intresten op de aankoop van een tweede woning zijn niet langer fiscaal aftrekbaar. Dit zal een belangrijke impact hebben op bedrijfsleiders die een deel van de gezinswoning verhuren aan de vennootschap en hun gecreëerde belastbaar onroerend inkomen geneutraliseerd zagen door de toepassing van de federale interestaftrek. Hetzelfde geldt voor particulieren die een tweede verblijf bezitten met daaraan gekoppeld een (vaak niet-hypothecair gewaarborgde) lening.

5. De belastingregeling voor auteursrechten versoepeld

Het fiscaal gunstregime voor auteursrechten zou terug mogelijk worden voor de digitale beroepen bv. creatie van computersoftware.

6. Het huwelijksquotiënt wordt stelselmatig afgebouwd

Het huwelijksquotiënt, dat de meest verdienende partner in staat stelt een deel van zijn inkomen belastingtechnisch door te geven, wordt afgebouwd. Het voordeel wordt gehalveerd tegen 2029 en verdwijnt uiteindelijk voor gepensioneerden.

7. De belastingvermeerdering bij onvoldoende voorafbetalingen wordt afgeschaft

De boetes voor het niet vooraf betalen van belastingen worden afgeschaft. In plaats daarvan komt er een vijfde periode voor voorafbetalingen. Wie zijn betalingen voor 20 februari doet, ontvangt zelfs een belastingvermindering in plaats van een verhoging.

8. Varia

  • Het statuut van zelfstandigen in bijberoep wordt hervormd om misbruiken van structureel verlieslatende bijberoepen aan te pakken;
  • De toeslag van de belastingvrije som voor kinderen ten laste wordt gelijk voor ieder kind;
  • De aftrekbaarheid van onderhoudsuitkeringen (alimentatiegelden) wordt afgebouwd van 80% naar 50%;
  • De belastingvermindering voor giften wordt verlaagd van 45% naar 30%.

FISCALE PROCEDURE

Er zal niet langer automatisch een belastingverhoging van 10% worden toegepast bij een eerste overtreding zonder kwade trouw.

Voorts zullen supplementen na een fiscale controle terug kunnen worden gecompenseerd met het verlies van het boekjaar.

Er komt één aanspreekpunt binnen de belastingadministratie, alsook terug rechtstreekse e-mailadressen en telefoonnummers van de belastingambtenaren. Dit dient transparantie te verhogen en communicatie te vergemakkelijken.

BTW

Het btw tarief van 6% wordt opgetrokken naar 21% voor verbrandingsketels op fossiele brandstoffen en steenkool. Daarnaast kan het verlaagde btw tarief van 6% voor warmtepompen nog de volgende 5 jaar toegepast worden.

De regels voor sloop en heropbouw van woningen tegen 6% worden behouden in functie van de huidige sociale voorwaarden en het oppervlakte criterium wordt verstrengd van 200 van 175m².

Er komt een uitwerking van de definitie van ‘renovatie en vernieuwbouw’.

UW PERSONEEL EN LOON

1. De vermindering van de RSZ-werkgeversbijdragen voor eerste werknemer blijft

De vermindering voor de eerste werknemer blijft 2.000 euro per kwartaal, zonder tijdslimiet. Voor de tweede tot de vijfde werknemer is de vermindering 1.000 euro per kwartaal, voor de eerste drie jaar.

2. Er komt een strenger beleid voor langdurige zieken

Om de groei van langdurig zieken tegen te gaan, worden bedrijven verantwoordelijk gesteld. Bedrijven (behalve kmo's) moeten 30 procent van de uitkering voor langdurig zieke werknemers betalen tijdens de eerste twee maanden na de gewaarborgde loonperiode. Momenteel betalen ze alleen het gewaarborgd loon voor de eerste maand (bedienden) of de eerste zeven dagen (arbeiders), waarna het RIZIV tussenkomt.

3. Verhoogde maaltijdcheques van 12 euro

Bedrijven kunnen binnenkort maaltijdcheques van maximaal 12 euro geven, in plaats van de huidige 8 euro. Andere cheques, zoals ecocheques en cultuurcheques, verdwijnen op termijn.

4. Een uitbreiding van het flexijob-regime

Het maximale jaarinkomen voor flexi-jobbers gaat van 12.000 naar 18.000 euro. Gepensioneerden die na een volledige loopbaan van 45 jaar of na de wettelijke pensioenleeftijd bijverdienen, kunnen rekenen op een verlaagde belasting van 33 procent, zonder verdere belastingen.

Zit u nu al met vragen?

Aarzel dan niet en neem contact met QPS. Wij helpen u graag waar mogelijk!

De kracht van QPS Accountants? Doordringen tot de kern van uw KMO en zorgen voor een helder inzicht.

Bekijk ook onze andere recente blogberichten en ontdek meer expertise

De nieuwe investeringsaftrek vanaf 2025

De nieuwe investeringsaftrek vanaf 2025

In een vorige nieuwsbrief lichtten we jullie al in over de voorgenomen hervorming van de investeringsaftrek. De nieuwe regelgeving is ondertussen officieel en is van toepassing op activa die vanaf 1 januari 2025 verkregen of tot stand gebracht zijn. Wij leggen hierna de nieuwe spelregels uit.

De nieuwe btw-ketting: wat verandert er voor u?

De nieuwe btw-ketting: wat verandert er voor u?

Op 1 januari 2025 trad de nieuwe btw-ketting in werking. Het opzet van de maatregelen is om de processen te vereenvoudigen en te moderniseren. De belastingadministratie licht in haar circulaire van 27 januari een aantal standpunten toe. Hieronder een overzicht van de belangrijkste wijzigingen en de huidige stand van zaken.

Het QPS-team staat klaar

om u te adviseren/assisteren

Aarzel niet com contact met ons op te nemen!

Contacteer ons

Groot nieuws voor QPS!

Met trots kondigen we aan dat ons kantoor voortaan deel uitmaakt van PIA Group, de snelst groeiende accountancy- en advisorygroep in België. Vanuit onze vertrouwde locaties in Hasselt en Genk blijven we kmo’s in Limburg en daarbuiten ondersteunen met advies op maat. Dankzij deze samenwerking vergroten we onze expertise én slagkracht om onze klanten nog beter van dienst te zijn.

Steven Brouckaert, Uitvoerend Voorzitter van PIA Group International:

We kijken ernaar uit om de unieke aanpak van QPS met PIA Group te ondersteunen en het kantoor verder te helpen groeien, uiteraard met respect voor het DNA.

Ons QPS-team kijkt met vol vertrouwen uit naar de toekomst!