Een meerwaarde gespreid laten belasten, nu ook een langere termijn mogelijk bij gedwongen meerwaarde
16 December 2024
De meerwaarde die een onderneming verwezenlijkt bij de verkoop van een bedrijfsactief is belastbaar. Wanneer de verkoopprijs herbelegd wordt in een activum dat beroepsmatig gebruikt wordt, kan ervoor gekozen worden om de meerwaarde gespreid te belasten over dezelfde termijn als de afschrijving van het nieuwe goed.
Gedwongen en vrijwillige meerwaarde
Een meerwaarde kan vrijwillig of gedwongen verwezenlijkt worden. In tegenstelling tot een vrijwillige meerwaarde zoals een beslissing tot verkoop, ontstaat de gedwongen meerwaarde niet op initiatief van de onderneming. Een gedwongen meerwaarde is bijvoorbeeld een schadegeval of een onteigening.
Voorwaarden gespreide taxatie
Activa waarop de meerwaarde verwezenlijkt wordt
Wanneer het een vrijwillige meerwaarde betreft, moet het actief minstens 5 jaar gebruikt zijn in de onderneming voor de uitoefening van de beroepsactiviteit. Bij een gedwongen meerwaarde is deze voorwaarde niet van toepassing.
Immateriële vaste activa komen enkel in aanmerking als er fiscale afschrijvingen voor werden aangenomen.
Herbeleggingsvoorwaarden
Bedrag
Niet de meerwaarde maar het volledig ontvangen bedrag van de verkoopprijs of de schadevergoeding moet herbelegd worden.
Activa
Er moet herbelegd worden in afschrijfbare immateriële of materiële vaste activa die in een lidstaat van de Europese Economische Ruimte gebruikt worden voor het uitoefenen van de beroepswerkzaamheid. Het moeten geen nieuwe activa zijn en er kan herbelegd worden in meerdere activa.
Herbeleggingstermijn
In geval van een vrijwillige meerwaarde heeft de vennootschap een termijn van 3 jaar om te herbeleggen. Deze termijn gaat in op de eerste dag van het belastbaar tijdperk waarin de meerwaarde werd gerealiseerd.
Voorbeeld: Wanneer een onderneming met een boekjaar per kalenderjaar op 15 november 2024 een meerwaarde realiseert door de verkoop van een gebouw, loopt de herbeleggingstermijn van 1 januari 2024 tot en met 31 december 2026.
Bij investering in een gebouwd onroerend goed, een vaartuig of een vliegtuig wordt de termijn om te beleggen verlengd tot 5 jaar. In dat geval kan de ondernemer ervoor kiezen de herbeleggingstermijn te laten aanvangen op de eerste dag van het voorlaatste belastbaar tijdperk vóór realisatie van de meerwaarde. De termijn wordt verschoven naar het verleden en een al eerder aangekocht goed zou dus ook kunnen dienen als herbelegging.
Voorbeeld: dezelfde gegevens als hierboven, maar er wordt herbelegd in een bedrijfsgebouw. Er zijn 2 mogelijke herbeleggingstermijnen:
- van 1 januari 2024 tot en met 31 december 2028; of
- van 1 januari 2022 tot en met 31 december 2026.
Bij een gedwongen meerwaarde heeft de vennootschap een termijn van 3 jaar na het verstrijken van het boekjaar waarin de schadevergoeding is ontvangen. Het is dus niet het moment van het schadegeval of de onteigening, maar het moment van ontvangst van de schadevergoeding dat bepalend is.
Voorbeeld: Het bedrijfsgebouw van een onderneming brandt af op 15 november 2024. De onderneming ontvangt op 15 januari 2025 een schadevergoeding. De herbeleggingstermijn loopt vanaf 1 januari 2026 tot en met 31 december 2028.
Nieuw vanaf 2024: er geldt nu ook een verlengde termijn ingeval van een gedwongen meerwaarde indien er herbelegd wordt in een gebouwd onroerend goed, een vaartuig of een vliegtuig. De herbeleggingstermijn verstrijkt in dat geval ten vroegste na 5 jaar vanaf de eerste dag van het belastbaar tijdperk waarin de meerwaarde is verwezenlijkt. Volgens de wetgever is de meerwaarde verwezenlijkt op het moment van het schadegeval of de onteigening. De beleggingstermijn van 5 jaar zal niet altijd gunstiger zijn dan deze van 3 jaar, gezien ze beide op een verschillend moment aanvangen. De belastingplichtige mag desgevallend de meest gunstige herbeleggingstermijn toepassen.
Voorbeeld: Dezelfde gegevens als hierboven, maar er wordt herbelegd in een bedrijfsgebouw. De uitgebreide herbeleggingstermijn loopt van 1 januari 2024 tot en met 31 december 2028. Stel nu dat de schadevergoeding pas in 2027 ontvangen wordt. In dat geval eindigt de gewone 3-jarige beleggingstermijn op 31 december 2030, dewelke de meest gunstige is.
Formaliteiten
De gespreide taxatie is een keuze van de belastingplichtige. Deze keuze moet uitgedrukt worden in de balans, alsook moet er een opgave 276K ingediend worden bij de aangifte vennootschapsbelasting.
Wat als 1 van de voorwaarden niet voldaan is?
Als de vennootschap niet tijdig herbelegt, wordt de meerwaarde beschouwd als winst van het belastbaar tijdperk waarin de herbeleggingstermijn is verstreken en als dusdanig belast. De meerwaarde is dus in 1 keer belastbaar. Bijkomend zullen er nalatigheidsinteresten opgelegd worden door de fiscus.
De gespreide taxatie kan een zeer interessante manier zijn om de belastingdruk te spreiden. Er zijn echter heel wat voorwaarden en formaliteiten aan verbonden. Uw contactpersoon bij QPS staat u graag bij met raad en daad.
Bekijk ook onze andere recente blogberichten en ontdek meer expertise
Nieuw standpunt fiscus: Terugbetaling van elektriciteit mag dan toch tegen het CREG-tarief
In onze eerdere blogpost schreven we over autofiscaliteit en de terugbetaling van elektriciteit voor het laden van de bedrijfswagen bij de werknemer of bedrijfsleider thuis. De terugbetaling van de privé-elektriciteit door de werkgever / vennootschap levert geen bijkomend voordeel van alle aard op in hoofde van de werknemer of bedrijfsleider indien aan een aantal voorwaarden werd voldaan.
Aanpassing uitstootwaardes plug-in hybrides
De fiscaliteit van wagens, voornamelijk bedrijfswagens, onderging de afgelopen jaren diverse wijzigingen. Er is in onze nieuwsbrieven al veel inkt gevloeid over deze materie.
Het QPS-team staat klaar
om u te adviseren/assisteren
Aarzel niet com contact met ons op te nemen!