Enkele wijzigingen voor ondernemers vanaf 1 januari 2023

2 February 2023

Koopkrachtpremie

Eind december heeft de federale regering de loonnorm voor 2023 en 2024 vastgesteld op 0%. Dit betekent dat de loonkosten niet mogen stijgen gedurende twee jaar (behoudens de jaarlijkse indexering en een aantal andere uitzonderingen zoals onder meer de winstpremie en innovatiepremie).

Gelet op het moeizaam sociaal overleg over deze loonnorm heeft de federale regering wel voorzien in de zogenaamde koopkrachtpremie (wetsontwerp goedgekeurd door de ministerraad). Deze premie – die enkel in de vorm van consumptiecheques gegeven kan worden - geeft bedrijven de mogelijkheid om medewerkers die hebben bijgedragen aan goede resultaten toch te belonen. De koopkrachtpremie is vrijgesteld van RSZ en belastingen in hoofde van de medewerker. De werkgever is wel 16,5% bijdragen verschuldigd doch de kosten zijn 100% aftrekbaar voor de onderneming.

Wie kan deze premie toekennen?

De premie werd in het leven geroepen voor ondernemingen die in 2022 een hoge of uitzonderlijke winst behaalden.

Het begrip al dan niet uitzonderlijk hoge winst dient gedefinieerd te worden door middel van een collectieve arbeidsovereenkomst (CAO) op sectoraal niveau of op ondernemingsniveau.  Dit mag ook via individuele overeenkomst geregeld worden indien geen CAO kan gesloten worden bij bijvoorbeeld gebrek aan vakbondsafvaardiging.

Welk bedrag?

De premie bedraagt 500 euro voor bedrijven die goede resultaten hebben geboekt. Voor bedrijven die uitzonderlijke winst hebben behaald, kan dit bedrag zelfs oplopen tot maximaal 750 euro.  Er kan ook beslist worden om een lager bedrag toe te kennen. De premie kan slechts eenmalig worden toegekend per medewerker.

Wanneer?

De koopkrachtpremie kan alleen worden uitgegeven tot en met 31 december 2023 en is geldig tot en met 31 december 2024.

Aangezien de toekenning van de premie afhankelijk is van het resultaat van onderhandelingen in de sector, is het raadzaam om nog te wachten met het toekennen van de koopkrachtpremie.

 

Autofiscaliteit

De geleidelijke afbouw van het fiscaal gunstregime voor bedrijfswagens is ingegaan op 1 januari. Voor diesel en benzine wagens wordt het fiscaal voordeel stapsgewijs afgebouwd. Fiscale aftrekbaarheid van autokosten geldt vanaf 2026 enkel nog voor emissievrije wagens. Ook de brandstofkosten voor hybride voertuigen die vanaf 1 januari 2023 worden gekocht, gehuurd of geleaset zijn nog maximaal 50% fiscaal aftrekbaar.

 

Opleidingsverplichtingen

Ondernemingen met 20 of meer medewerkers dienen elk jaar te voorzien in een formeel opleidingsplan. Dit plan dient minimaal de aangeboden opleidingen en de doelgroep waarvoor ze zijn bestemd te bevatten.  Het ontwerp van het opleidingsplan dient in het eerste kwartaal van het jaar en in ieder geval uiterlijk begin maart van het betrokken jaar te worden meegedeeld aan de ondernemingsraad, dan wel de vakbondsafvaardiging, dan wel rechtstreeks aan de werknemers.

Uiterlijk op 31 maart van het jaar moet het plan definitief vastgesteld zijn. Er zijn geen vormvereisten.

Heeft u minstens 20 medewerkers in dienst, dan dient u voor elke voltijdse medewerker ook te voorzien in minstens 4 individuele opleidingsdagen per jaar (5 dagen vanaf 2024). Dit betreft een recht van de werknemer en zal geen verplichting uitmaken. Het opleidingsrecht wordt pro rata toegekend in functie van de tewerkstelling en het arbeidsregime van de werknemer.

De werkgevers met minimum 10 en minder dan 20 werknemers komen in aanmerking voor een afwijkende regeling. Zij dienen minstens 1 opleidingsdag te garanderen.

Werkgevers met minder dan 10 medewerkers, worden uitgesloten van deze toepassing.

De berekening van het aantal werknemers gebeurt op basis van de gemiddelde voltijdse tewerkstelling tijdens een referteperiode. Voor 2023 loopt de referteperiode van 1 oktober 2020 tot 30 september 2021.

Op het einde van elk kwartaal wordt de som van de aan de RSZ aangegeven voltijdse werknemers gedeeld door het aantal kwartalen waarvoor je werknemers hebt aangegeven. Waren er geen aangiftes tijdens de referteperiode, dan wordt er gekeken naar het aantal werknemers op de laatste dag van het kwartaal met de eerste tewerkstelling na de referteperiode.

Dit betreft een erg summiere opsomming van de wijzigingen die sinds 1 januari van kracht zijn voor u als ondernemer. Indien u hierbij vragen zou hebben, of graag een uitgebreider overzicht zou ontvangen, uw QPS team staat klaar voor u.

De kracht van QPS Accountants? Doordringen tot de kern van uw KMO en zorgen voor een helder inzicht.

Bekijk ook onze andere recente blogberichten en ontdek meer expertise

Nieuw standpunt fiscus: Terugbetaling van elektriciteit mag dan toch tegen het CREG-tarief

Nieuw standpunt fiscus: Terugbetaling van elektriciteit mag dan toch tegen het CREG-tarief

In onze eerdere blogpost schreven we over autofiscaliteit en de terugbetaling van elektriciteit voor het laden van de bedrijfswagen bij de werknemer of bedrijfsleider thuis. De terugbetaling van de privé-elektriciteit door de werkgever / vennootschap levert geen bijkomend voordeel van alle aard op in hoofde van de werknemer of bedrijfsleider indien aan een aantal voorwaarden werd voldaan.

Aanpassing uitstootwaardes plug-in hybrides

Aanpassing uitstootwaardes plug-in hybrides

De fiscaliteit van wagens, voornamelijk bedrijfswagens, onderging de afgelopen jaren diverse wijzigingen. Er is in onze nieuwsbrieven al veel inkt gevloeid over deze materie.

Het QPS-team staat klaar

om u te adviseren/assisteren

Aarzel niet com contact met ons op te nemen!

Contacteer ons