Corona globalisatiemechanisme 2021

8 June 2022

De Vlaamse Regering heeft beslist om middels een corona globalisatiemechanisme financiële ondersteuning te bieden aan ondernemingen die in de periode van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2021 geconfronteerd werden met een omzetdaling van minstens 40% én een omzetdaling van minstens 60% in ten minste twee aparte kwartalen van 2021 én in kalenderjaar 2021 een boekhoudkundig verlies geleden hebben ingevolge de maatregelen ter bestrijding van het coronavirus.

Welke ondernemingen komen in aanmerking?

De onderneming (in de vorm van een vennootschap, vereniging of stichting met rechtspersoonlijkheid of een vergelijkbare buitenlandse onderneming) heeft voor de kalenderjaren 2019 en 2020 een jaarrekening neergelegd en zal voor het kalenderjaar 2021 een jaarrekening neerleggen.

Ondernemingen die pas in 2021 opgestart zijn, moeten uiteraard voor de kalenderjaren 2019 en 2020 geen neergelegde jaarrekeningen hebben.

Eenmanszaken worden uitgesloten van de steunaanvraag.

Verder zijn er nog enkele specifieke voorwaarden waaraan de onderneming moet voldoen:

  • de onderneming is uiterlijk op 1 juli 2021 opgestart
  • ze heeft op 1 juli 2021 een actieve exploitatiezetel in het Vlaams Gewest opgenomen in de Kruispuntbank van Ondernemingen
  • de onderneming heeft in de periode van 1 januari 2019 tot en met 31 december 2019 een omzet, exclusief btw, van minstens € 600.000
  • de onderneming heeft een omzetdaling van minstens 40% in het kalenderjaar 2021 en van minstens 60% in ten minste twee aparte kwartalen van het kalenderjaar 2021 ten aanzien van dezelfde periode in 2019.
  • ze heeft niet gedekte vaste kosten in het kalenderjaar 2021

Indien een onderneming in het kalenderjaar 2019 een omzet had van minstens € 50.000.000, kan ze de steun aanvragen voor een bedrijfstak van de onderneming. Aan de bedrijfstak zijn volgende voorwaarden:

  • de bedrijfstak heeft een actieve vestiging in het Vlaams Gewest
  • de omzet van de bedrijfstak bedraagt minstens € 33.000.000 of één derde van de totale omzet van de onderneming in het kalenderjaar 2019
  • de bedrijfstak heeft een verruimde tewerkstelling van minstens 25 voltijdsequivalent tewerkgestelden
  • Tot slot kent de bedrijfstak een omzetdaling van minstens 40% in het kalenderjaar 2021 en van minstens 60% in ten minste twee aparte kwartalen van het kalenderjaar 2021

De voorwaarden in hoofde van de bedrijfstak inzake de omzet, de verruimde tewerkstelling en de omzetdaling worden vastgesteld op basis van een verklaring op eer door een erkende (fiscaal) accountant, een bedrijfsrevisor of een gecertificeerde accountant.

Bepaalde ondernemingen worden uitgesloten van de steunaanvraag. Het betreft onder meer holdingvennootschappen, patrimoniumvennootschappen, managementvennootschappen.

 

Welke omzetdalingen moeten aangetoond worden?

Er moet een omzetdaling aangetoond worden van minstens 40% voor het kalenderjaar 2021 en een omzetdaling van minstens 60% in ten minste twee kwartalen van 2021.

De omzetdalingen moeten te wijten zijn aan de coronavirusmaatregelen en worden aangetoond op basis van:

  • de ontvangstbewijzen van de btw-aangiftes van het kalenderjaar/kwartaal 2021. Als referentieperiode geldt het kalenderjaar/kwartaal 2019.
  • een verklaring op eer door een erkende externe (fiscaal) accountant, bedrijfsrevisor of een gecertificeerd accountant over de omzet, exclusief btw, volgens de ontvangstbewijzen van de btw-aangiftes in het kalenderjaar/kwartaal 2021. Als referentieperiode geldt het kalenderjaar/kwartaal 2019.

Voor ondernemingen die nog niet gestart waren bij aanvang van voormelde referentieperiode is de omzet in de referentieperiode de verwachte omzet van het kalenderjaar/kwartaal 2021 zoals vermeld in het financieel plan.

Voor ondernemingen die in de loop van de referentieperiode gestart zijn, wordt de omzet herrekend naar een omzet van een volledige referentieperiode:

  • Voor de omzetdaling van 40% wordt de omzet vanaf de start van de onderneming tot 31 december 2019 gedeeld door het aantal volle gepresteerde maanden in de referentieperiode en vermenigvuldigd met 12.
  • Voor de omzetdaling van 60% wordt de omzet vanaf de start van de onderneming tot het eind van voormelde referentieperiode gedeeld door het aantal volle gepresteerde maanden in voormelde referentieperiode en vermenigvuldigd met 3.

Uitzonderlijke en éénmalige opbrengsten of inkomsten, die geen verband houden met de algemene bedrijfsvoering van de onderneming worden niet meegeteld voor de berekening van de omzetdaling.

 

Hoeveel bedraagt de toegekende steun?

De steun bedraagt 10% van de omzet, exclusief btw, in de periode van 1 januari 2019 tot en met 31 december 2019 en wordt beperkt tot maximaal 50% van de niet gedekte vaste kosten in het kalenderjaar 2021. Als niet gedekte vaste kosten wordt het boekhoudkundig verlies aangenomen (het verlies voor aftrek van belastingen).

De steun wordt verder beperkt op basis van het aantal werknemers en het percentage omzetdaling in het kalenderjaar 2021.

Het bedrag wordt tot slot verminderd met de reeds genoten coronasteun die betrekking had op een steunperiode in 2021, zijnde het Vlaams beschermingsmechanisme 4 tot en met 11 en het terugbetaalbaar voorschot evenementsector oproep 2021.

 

Hoe wordt de steun aangevraagd?

De steun wordt aangevraagd via het aanvraagformulier op de website van Vlaio.

Een aanvraag is mogelijk tot 13 juni 2022, 20u.

De kracht van QPS Accountants? Doordringen tot de kern van uw KMO en zorgen voor een helder inzicht.

Bekijk ook onze andere recente blogberichten en ontdek meer expertise

Nieuwe verplichtingen in de bouw- en schoonmaaksector

Nieuwe verplichtingen in de bouw- en schoonmaaksector

Zelfstandige of vennootschap in de bouw- of schoonmaaksector? In 2024 zijn er twee bijkomende verplichtingen ingevoerd. In deze blog brengen wij u graag op de hoogte van deze nieuwigheden.

Nieuw aansprakelijkheidsrecht vanaf 2025: behoed u nu al voor de mogelijke risico’s

Nieuw aansprakelijkheidsrecht vanaf 2025: behoed u nu al voor de mogelijke risico’s

De nieuwe tekst van Boek 6 uit het Nieuw Burgerlijk Wetboek verscheen op 1 juli in het Belgisch Staatsblad en regelt de buitencontractuele aansprakelijkheid van hulppersonen, zoals onder andere bestuurders, werknemers en onderaannemers.

Het doel van het aansprakelijkheidsrecht is dat iemand aansprakelijk gesteld kan worden ingeval er door een fout schade werd veroorzaakt en dat de schade vergoed wordt.

Het QPS-team staat klaar

om u te adviseren/assisteren

Aarzel niet com contact met ons op te nemen!

Contacteer ons