Is het interessant om te investeren in laadinfrastructuur voor elektrische wagens?
25 October 2021
Het wetsontwerp over de fiscale en sociale vergroening van de mobiliteit van Minister van Financiën Vincent Van Peteghem werd enkele maanden geleden goedgekeurd door de regering en inmiddels ingediend in de Kamer.
Indien het wetsontwerp door de Kamer goedgekeurd wordt, zullen vanaf 2026 alle nieuwe bedrijfswagens koolstofemissievrij moeten rijden opdat ze nog een gunstige fiscale behandeling kunnen genieten. Dit betekent dat vanaf 1 januari 2026 aangeschafte bedrijfswagens met een CO2-uitstoot hoger dan nul niet langer fiscaal aftrekbaar zullen zijn. Vervolgens zal de fiscale aftrekbaarheid van deze koolstofemissievrije wagens vanaf 2027 jaarlijks verder gradueel afgebouwd worden naar 67,5% voor in 2031 aangeschafte bedrijfswagens.
Het één en ander heeft als logisch gevolg dat goede laadinfrastructuur steeds meer noodzakelijk zal zijn, zowel thuis, op het werk, als onderweg. Om hieraan tegemoet te komen zal de belastingplichtige fiscaal gestimuleerd worden om de nodige laadinfrastructuur te voorzien. De aankoop en plaatsing van een laadpaal wordt zowel voor particulieren als voor ondernemingen vanaf september 2021 heel wat interessanter. Uiteraard zijn er wel enkele voorwaarden verbonden aan de fiscale voordelen. We zetten het graag voor u uiteen, waarbij we een onderscheid maken tussen fiscale stimulansen voor ondernemingen (vennootschappen, eenmanszaken en vrije beroepen) en deze voor particulieren.
1. Verhoogde kostenaftrek voor ondernemingen
Het wetsontwerp houdt onder andere in dat er een verhoogde kostenaftrek ingevoerd wordt voor de afschrijvingen van publiek toegankelijke intelligente laadstations waarin geïnvesteerd is in de periode van 1 september 2021 tot 31 augustus 2024.
Investeringen in de periode van |
Aftrekpercentage |
1 september 2021 tot 31 december 2022 |
200 % |
1 januari 2023 tot 31 augustus 2024 |
150 % |
Indien een onderneming dus vóór 1 januari 2023 investeert in een laadstation voor een totaal bedrag van 10.000 euro en dit afschrijft over een periode van 5 jaar, zal er jaarlijks een kostenaftrek van 4.000 euro (200%) van toepassing zijn. Aan een belastingtarief van 25% in de vennootschapsbelasting levert dit jaarlijks een besparing op van 1.000 euro. Over de afschrijvingsduur van het laadstation komt dit neer op een totale fiscale recuperatie van 5.000 euro (of 50% van het geïnvesteerde bedrag). Wacht de onderneming tot 1 januari 2023 met de investering, levert dit op basis van dezelfde gegevens een totale besparing van 2.500 euro op (of 25% van het geïnvesteerde bedrag).
De afschrijvingstermijn van het laadstation wordt bepaald op basis van de gebruiksduur van het laadstation. Deze gebruiksduur is onder andere afhankelijk van het onderhoud en de locatie van het station, de intensiteit van het gebruik en andere feitelijke omstandigheden. Op basis hiervan zal de afschrijvingstermijn langer of korter zijn.
Of deze bijkomende aftrek onderworpen zal zijn aan de onaantastbaarheidsvoorwaarde zoals voor gelijkaardige verhoogde aftrekken van toepassing is en daardoor voor vennootschappen slechts voorwaardelijk en tijdelijk toegekend wordt, komt momenteel niet aan bod in het wetsontwerp.
Niet elk laadstation zal je echter dit voordeel opleveren. Enkel laadstations waarbij de laadtijd en het laadvermogen door een energiebeheerssysteem gestuurd kunnen worden komen in aanmerking, enkel een ‘intelligent’ laadstation dus. Om de producenten van intelligente laadstations de tijd te geven hun protocollen aan te passen aan deze voorwaarde, zal deze voorwaarde pas vanaf 2023 van toepassing zijn.
Verder dient het laadstation openbaar te zijn in de zin dat gebruikers zowel de locatie als de beschikbaarheid kunnen controleren. Bovendien is vereist dat het minstens gedurende de gangbare openingstijden, dan wel sluitingstijden vrij toegankelijk is voor derden. Binnen de door de Koning vast te stellen termijnen dient het laadstation aangemeld te worden bij de FOD Financiën die dit vervolgens vermeldt op eafo.eu, een website van de Europese Unie.
De verhoogde aftrek zal pas verleend worden wanneer het laadstation operationeel is en aangemeld is bij de FOD Financiën.
2. Belastingvermindering voor particulieren
De uitgaven voor de aankoop en plaatsing van een laadstation zal in de personenbelasting en de belasting niet-inwoners een belastingvermindering opleveren. Een zelf geplaatst laadstation komt niet in aanmerking. Het moet geplaatst zijn op het adres waar de belastingplichtige zijn woonplaats gevestigd heeft, het maakt daarbij niet uit of de belastingplichtige eigenaar of huurder is.
Net zoals bij de vennootschappen (zie hierboven) moet het een intelligent laadstation zijn. Bovendien mag het enkel gebruik maken van groene stroom. Dit is het geval wanneer de stroom geleverd wordt op basis van een 100% groene stroomcontract of door eigen hernieuwbare energie op 1 januari van het aanslagjaar verbonden met het belastbaar tijdperk waarin de uitgaven zijn gedaan.
Investeringen in de periode van |
Belastingvermindering |
1 september 2021 tot 31 december 2022 |
45 % |
1 januari 2023 tot 31 december 2023 |
30 % |
1 januari 2024 tot 31 augustus 2024 |
15 % |
Het bedrag van de uitgaven waarvoor een belastingvermindering kan worden verleend, is beperkt tot 1 500 euro per laadpaal en per belastingplichtige.
Indien je dus vóór 1 januari 2023 een laadstation aankoopt en laat plaatsen voor een totaal bedrag van 1.500 euro, zal je in totaal een belastingvermindering ontvangen van 675 euro (1.500 euro * 45%). Indien je hiermee wacht tot in 2024, zal de investering je nog maar een belastingvermindering van 225 euro opleveren. De belastingvermindering zal ook slechts één keer aan een belastingplichtige worden verleend.
Uitgaven die recht geven op de investeringsaftrek, die opgenomen worden als werkelijke beroepskosten of die door de werkgever of de onderneming worden terugbetaald komen niet in aanmerking voor de belastingvermindering.
Gezien het wetsontwerp momenteel nog hangende is in de Kamer geldt bovenstaande onder voorbehoud van eventuele wijzigingen en de publicatie in het Belgisch Staatsblad.
Bekijk ook onze andere recente blogberichten en ontdek meer expertise
Nieuwe verplichtingen in de bouw- en schoonmaaksector
Zelfstandige of vennootschap in de bouw- of schoonmaaksector? In 2024 zijn er twee bijkomende verplichtingen ingevoerd. In deze blog brengen wij u graag op de hoogte van deze nieuwigheden.
Nieuw aansprakelijkheidsrecht vanaf 2025: behoed u nu al voor de mogelijke risico’s
De nieuwe tekst van Boek 6 uit het Nieuw Burgerlijk Wetboek verscheen op 1 juli in het Belgisch Staatsblad en regelt de buitencontractuele aansprakelijkheid van hulppersonen, zoals onder andere bestuurders, werknemers en onderaannemers.
Het doel van het aansprakelijkheidsrecht is dat iemand aansprakelijk gesteld kan worden ingeval er door een fout schade werd veroorzaakt en dat de schade vergoed wordt.
Het QPS-team staat klaar
om u te adviseren/assisteren
Aarzel niet com contact met ons op te nemen!